5. Geloof aan de Dag van het Oordeel

 

 

De vijfde voorwaarde van het geloof is het geloven aan de Dag des Oordeels. Geloven in de Dag des Oordeels is het geloven aan alles dat met het begrip Dag des Oordeels verband houdt, namelijk het blazen van de bazuin, de wederopstanding van de doden uit hun graven en de ter hand stelling van een ieders Boek, waarin de daden van hem of haar staan genoteerd. Voorts geloven aan de samenkomst op de vlakte voor het laatste Oordeel, aan de ondervraging, aan de weging van de daden die tijdens het leven op aarde zijn gedaan, de voorspraak ,de rivier, de brug ,aan paradijs en aan hel.

Het Hiernamaals is het eeuwige leven na het tijdelijke aardse bestaan. Allâh de Almachtige heeft deze wereld en de hele schepping voor een beperkte tijd geschapen. Met het eerste blazen van de bazuin door Isrâfiel (Raphael, a.s.) begint plotseling het laatste oordeel; alle levende schepselen sterven en onze wereld tezamen met al het omringende zal worden verbrijzeld en verdwijnt. Met het tweede blazen van de bazuin worden alle schepselen weer tot leven terug gebracht door Allâh de Almachtige en worden verzameld op de uitgestrekte vlakte van het laatste Oordeel voor het godsgericht. In aanwezigheid van Allâh de Almachtige wordt daar iedereen tot in de kleinste bijzonderheden ondervraagd over zijn of haar daden. Tevens zullen de rechtvaardigen de hun toekomende rechten ontvangen van de onrechtvaardigheden. Na het godsgericht worden de goeden in het Paradijs geplaatst en de boosdoeners in de hel. Sommigen van de mensen die in het Paradijs komen zullen de Glorierijke Visie van Allâh de Grootste ervaren. Iemand die niet gelooft aan de Dag Des Oordeels, wordt beschouwd niet te geloven in Allâh, de Enige en in zijn profeet.

Make a free website with doomby - Signaler un contenu illicite sur ce site