Bescherming
Schild van de Gelovige tegen de Listen van de Duivels en de Djinn
In de Naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle
Dit zijn een aantal middelen om jezelf te beschermen tegen de listen van de duivels en de djinn:
1) Vertrouw op Allah, want de Shaytaan (de duivel, Satan) heeft geen macht over degene die op Allah vertrouwt.
2) Heb ikhlaas (zuivere toewijding) voor Allah, want de Shaytaan heeft geen macht over degene die ikhlaas voor Allah heeft.
3) Heb taqwa (Godsvrees) voor Allah.
4) Volg het Boek en de Soennah in je woorden en daden en blijf weg van de andere wegen, omdat aan het hoofd van de andere wegen (die van de dwaling) een Shaytaan is die tot deze weg oproept.
5) Blijf bij de groep en splits je niet af, omdat je in je eentje een makkelijke prooi bent voor de Shaytaan.
6) Zoek toevlucht bij Allah tegen de vervloekte Shaytaan door te zeggen:
"A'oedhoe bil-Laahi minash-Shaytaanir-radjiem (Ik zoek mijn toevlucht tot Allah tegen de vervloekte Shaytaan)."
7) Vóór het reciteren van de Qor-aan.
8) Na de openingssmeekbede in het gebed door te zeggen: "A'oedhoe bil-Laahis-Samie'il-‘Aliem minash-Shaytaanir-radjiem min hamzihi wa nafthihi wa nafkhih (Ik zoek mijn toevlucht tot Allah, de Alhorende, de Alwetende, tegen de vervloekte Shaytaan, tegen zijn influistering, zijn tovenarij en zijn hooghartigheid)."
9) Tijdens influisteringen in het gebed en daarna drie keer naar links spugen (blazen).
10) Bij het verrichten van een daad van aanbidding.
11) Wanneer je twijfel hebt in je geloof.
12) Bij het aanbreken van de ochtend en het vallen van de avond door drie keer Soerah al-Ikhlaas (112), Soerah al-Falaq (113) en Soerah an-Naas (114) te reciteren.
13) Bij het betreden van de moskee door te zeggen: "A'oedhoe bil-Laahil-‘Adhiem wa bi wadjhihil-kariem wa soeltaanihil-qadiem minash-Shaytaanir-radjiem (Ik zoek mijn toevlucht bij Allah de Geweldige, en bij Zijn Edele Aangezicht, en bij Zijn Eeuwige Macht tegen de vervloekte Shaytaan)." Wanneer je dit zegt, zal de Shaytaan zeggen: "Hij wordt de rest van de dag tegen mij beschermd."
14) Wanneer je in je droom iets ziet waar je een hekel aan hebt door driemaal links van je te spugen (blazen), en het volgende te zeggen: "A'oedhoe bil-Laahi minash-Shaytaanir-radjiem (Ik zoek mijn toevlucht tot Allah tegen de vervloekte Shaytaan)" En je om te draaien op je andere zijde.
15) Wanneer je angst hebt tijdens het slapen door te zeggen:
"A'oedhoe bi kalimaatil-Laahit-taammaati min ghadabihi wa ‘iqaabihi wa sharri ‘ibaadihi wa min hamazaatish-shayaatieni wa an yahdoeroen
(Ik zoek mijn toevlucht bij de Volmaakte Woorden van Allah tegen Zijn Woede, Zijn Bestraffing, Zijn slechte dienaren en tegen de influisteringen van de duivels en dat ze bij mij in de buurt komen)."
16) Wanneer je angst hebt voor de djinn door Soerah al-Falaq (113) en Soerah an-Naas (114) te reciteren. 17) Wanneer je voor je kinderen bang bent van de duivels door te zeggen:
"A'oedhoe bi kalimaatil-Laahit-taammah min koelli Shaytaanin wa haammah wa min koelli ‘aynin laammah (Ik zoek toevlucht bij de Volmaakte Woorden van Allah tegen elke venijnige Shaytaan en tegen elke ziekte en kwaal).”
18) Tijdens de woede door te zeggen: "A'oedhoe bil-Laahi minash-Shaytaanir-radjiem (Ik zoek mijn toevlucht tot Allah tegen de vervloekte Shaytaan)."
19) Wanneer je bij een ander dan Allah zweert door driemaal te zeggen: "Laa ilaaha illal-Lah wahdahoe laa sharieka lah (Er is geen ware god die het recht heeft aanbeden te worden dan Allah, alleen en zonder deelgenoten)." En driemaal te zeggen: "A'oedhoe bil-Laahi minash-Shaytaanir-radjiem (Ik zoek mijn toevlucht tot Allah tegen de vervloekte Shaytaan)". En driemaal links van je te spugen (blazen). Het zweren bij een ander dan Allah behoort tot de grote zonden.
20) Bij het horen van een balkende ezel, want hij heeft een Shaytaan gezien
21) Het reciteren van de Qor-aan:
22) In je huis, want de Shaytaan vlucht van het huis waarin Soerah al-Baqarah wordt gereciteerd.
23) Bij het slapengaan door Aayatoel-Koersie (Soerah al-Baqarah 2:255) te reciteren, want dan zal er een waker over je worden aangesteld en geen duivel zal je kunnen benaderen, totdat de ochtend aanbreekt.
24) Vraag Allah veelvuldig om vergeving.
25) Gedenk Allah - de Almachtige en Majesteitelijke - veelvuldig:
26) Na het gebed.
27) In de ochtend en in de avond.
28) Bij het betreden en verlaten van het huis.
29) Tijdens het ontwaken uit de slaap.
30) Bij het eten en drinken, omdat het voedsel van de Shaytaan datgene is waarover de naam van Allah niet is genoemd.
31) Bij het instappen in de auto of bestijgen van het rijdier.
32) Wanneer je rijdier struikelt, want als je dan "Bismil-Laah (in de Naam van Allah) zegt, wordt de Shaytaan zo klein als een vlieg.
33) Smeek Allah aan.
34) Wanneer je geslachtsgemeenschap hebt met je vrouw door te zeggen:
"Bismil-Laah Allahoemma djannibnish-Shaytaan wa djannibish-Shaytaana maa razaqtanie (In de Naam van Allah, O Allah, houd mij ver weg van de Shaytaan en houd de Shaytaan ver weg van wat U mij schenkt)".
Wanneer je dit zegt en je voorzien wordt van een kind, zal de Shaytaan hem geen kwaad kunnen doen
35) Bij het binnengaan van een stad.
36) Bij het verlaten van de moskee door te zeggen: "Bismil-Laah was-salaatoe was-salaamoe ‘alaa rasoelillaah. Allahoemma innie as-aloeka min fadlik, Allahoemma'simnie minash-Shaytaanir-radjiem (In de Naam van Allah, en de Salaah en Salaam rusten op de Boodschapper van Allah. O Allah, voorwaar, ik vraag U om Uw gunst. O Allah, bescherm mij tegen de vervloekte Shaytaan)."
37) Verricht de adhaan (gebedsoproep), want de Shaytaan vlucht bij het horen van de adhaan.
38) Verricht geen gebed tijdens het opgaan en ondergaan van de zon, want deze komt op tussen de twee horens van de Shaytaan.
39) Maak de rijen in het gebed recht en sluit de gaten tussen de gebedsverrichters, want de Shaytaan komt hier tussen in de vorm van een lam.
40) Verricht het ochtendgebed met de gemeenschap, want degene die dat doet, zal door Allah beschermd worden.
41) Verricht vrijwillige gebeden thuis.
42) Weerhoud degene die voor je langs wil lopen, terwijl je aan het bidden bent, want de Shaytaan is dan bij hem.
43) Kijk niet om je heen terwijl je aan het bidden bent, want de Shaytaan steelt dan van je gebed.
44) Wijs met je wijsvinger tijdens de tashahhoed, want dit is voor de Shaytaan zwaarder dan ijzer.
45) Verricht de soedjoed as-sahw (knieling van vergeetachtigheid) wanneer je in het gebed iets bent vergeten te verrichten, want dat is een vernedering voor de Shaytaan.
46) Kniel neer tijdens het reciteren van de Qor-aan (wanneer je bij een Vers bent aangekomen waar het aanbevolen is om te knielen), want dan zal de Shaytaan huilen en zeggen: "O wee mij! De zoon van Adam werd bevolen te knielen, waarop hij dit gedaan heeft en voor hem is het Paradijs. En ik werd bevolen te knielen, waarop ik weigerde en voor mij is het Vuur".
47) Eet en drink niet met links, want de Shaytaan eet en drinkt met links.
48) Raap de hap voedsel op wanneer deze op de grond valt, veeg het vuil eraf, eet het voedsel op en laat het niet achter voor de duivels.
49) Laat de verspilling (van geld, bezittingen, enz.), want de verspillers zijn de broeders van de duivels.
50) Verricht een middagdutje, want de duivels verrichten geen middagdutje.
51) Heb geen haast, want haast is van de Shaytaan.
52) Spreek een goed woord.
53) Groet jouw Moslimbroeder terug met wie je ruzie hebt, wanneer hij je begroet, want als je zijn groet niet beantwoordt, zullen de Engelen hem beantwoorden en zal de Shaytaan jou beantwoorden.
54) Wees rechtvaardig in je oordeel, want degene die onrechtvaardig oordeelt, wordt vergezeld door de Shaytaan.
55) Houd het gapen tegen of plaats een hand voor de mond tijdens het gapen, want wanneer je "haaaa" zegt tijdens het gapen, lacht de Shaytaan en wanneer je geen hand voor de mond plaatst, gaat de Shaytaan naar binnen.
56) Snuit driemaal je neus met water wanneer je ontwaakt uit de slaap, want de Shaytaan overnacht in het neusgat.
57) Geef liefdadigheid, want de Shaytaan probeert je hiervan te weerhouden.
58) Laat het (valselijk) twisten.
59) Wijs niet naar je broeder met een wapen of een ijzeren voorwerp, want het kan zijn dat de Shaytaan ervoor zorgt dat je hem ermee raakt.
60) Verricht geen smeekbede tegen een zondige Moslim, want dit helpt de Shaytaan tegen hem.
61) Laat het overdadige huilen en verdriet.
62) Wees niet de eerste die de markt betreedt en de laatste die deze verlaat, want de markten zijn de slagvelden van de Shaytaan en daar wordt zijn vlag gehesen.
63) Zeg niet: "Als ik dit en dit had gedaan, was dit niet gebeurd", wanneer je getroffen wordt door iets slechts, want het woordje "als" opent het werk van de Shaytaan.
64) De vrouw hoort haar huis niet te verlaten wanneer dit niet noodzakelijk is, want de Shaytaan versiert haar in de ogen van de mannen.
65) Zonder je niet af met een vreemde vrouw, want de Shaytaan zal jullie derde persoon zijn.
66) Ga niet zitten tussen de schaduw en de zon, want dit is de zitplaats van de Shaytaan.
67) Houd de kinderen binnen wanneer de avond valt en sluit de deuren, want op dat tijdstip verspreiden de duivels zich en de Shaytaan kan een gesloten deur niet openen.
68) Wanneer je in je huis een slang aantreft, waarschuw hem dan drie keer, en als hij dan niet weggaat, dood hem, want dat is waarlijk een Shaytaan.
69) Keer in al je zaken terug naar de mensen van kennis, want als je dit niet doet, zul je de Shaytaan volgen.
70) Neem afstand van alle soorten van zonden en slechtheden, want het is de Shaytaan die je hiertoe oproept en door deze daden te verrichten, nemen de Engelen afstand van je en zul je omgeven worden door de duivels.
71) Wanneer je boos bent, verricht dan de woedoe (kleine rituele wassing), want boosheid komt van de Shaytaan en de Shaytaan is van vuur. En het vuur wordt gedoofd met water. Met de Wil van Allah zullen deze zaken een schild voor je zijn tegen de listen van de Shaytaan en zijn helpers, van onder de tovenarij, bezetenheid en andere duivelse ziekten.
En alle lof is aan Allah, de Heer der Werelden..
Gebaseerd op het boek: "Hisn al-Moe-min min Makaa-id al-Maradah wal-Djinn" van: ash-Shaykh Yahya ibn Mohammad ibn al-Qaasim ad-Daylamie, met het voorwoord van: al-‘Allaamah Mohammad ibn ‘Abdillaah al-Imaam