Créer un site internet

De nachtelijke hemelvaart

 

"Al'isra'e" is het nachtelijk vertrek van de profeet, Allah's zegen en
vrede zij met hem, van Mekka naar de Alaqsa-moskee in Jeruzalem en
"almi'raadj" is het stijgen naar de bovenaardse wereld (d.i. de hemel).
Dit heeft zowel lichamelijk als ook geestelijk echt plaatsgevonden.
,,Heilig is Degene die 's nachts Zijn dienaar (Mohammed) van de Masdjid
al Haram (de Gewijde Moskee te Mekkah) naar de Masdjid al Aqsah heeft
gebracht, waarvan Wij de omgeving hebben gezegend, opdat Wij hem van
Onze Tekenen lieten zien. Voorwaar, Hij is de Alhorende, de Alziende."
[Alisra': 1].
"Almi'raadj" zou in soerat An-nadjm genoemd zijn, in de verzen zeven tot
achttien. Een andere stelling is dat in de desbetreffende verzen uit de
Koran iets anders bedoeld wordt.
Toen dit plaats heeft gevonden ontstonden er verschillende meningen. Er
is overgeleverd dat deze gebeurtenis plaats heeft gevonden in hetzelfde
jaar dat de profeet gezonden werd; volgens andere overleveringen was het
in het jaar vijf na het gezantschap; ook wordt genoemd de 27ste van de
maand Radjab in het jaar tien na het gezantschap of anders 17 Ramadan in
het jaar 12 na het gezantschap. Volgens een nog andere overlevering vond
het plaats op 17 Raibi'e I van het jaar 13 na het gezantschap.

Volgens de meest betrouwbare overleveringen is het verhaal samengevat
als volgt: De engel Jibriel, vrede zij met hem, bracht de "buraaq" (een
dier groter dan een ezel en kleiner dan een muilezel). De profeet,
Allah's zegen en vrede zij met hem, besteeg de "buraaq" vanuit de
gewijde moskee in Mekka tot de Aqsa-moskee vergezeld door Jibriel. Hij
knoopte het vast op de plek waar alle profeten dat deden en liep de
moskee binnen en verrichte een gebed bestaande uit twee "rak'ah" waarbij
hij de andere profeten voorging tijdens het gebed (als imam).

Jibriel heeft hem twee kommen aangeboden met in de ene drank en in de
andere melk waarbij de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, voor
de kom met melk koos. Jibriel zei: ,,U maakte een keus die is
aangeboren. U bent naar het rechte pad geleid en heeft uw volk daar naar
toe geleid. Als u voor de kom met drank had gekozen dan had u uw volk
naar het verkeerde pad geleid."
De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, steeg daarna vanuit de
aqsa-moskee naar de wereldlijke hemel. Jibriel vroeg om toestemming voor
hem waarna hij door mocht. Daar heeft de profeet, Allah's zegen en vrede
zij met hem, Adam, vader van de mensheid, ontmoet en heeft hem begroet.
Adam groette hem terug, verwelkomde hem en erkende zijn gezantschap. Aan
de rechterkant van Adam bevond zich een mistige wolk. Elke keer als hij
ernaar keek begon hij te lachen, het waren de zielen van degenen die de
voorspoed reeds hadden bereikt maar als hij naar zijn linkerkant keek
huilde hij want daar bevonden zich de zielen van degenen die alleen
tegenspoed vonden.
Daarna steeg de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, naar de
tweede hemel waar Jibriel weer toestemming voor hem vroeg en die opnieuw
kreeg. Daar ontmoette hij Yahiah, de zoon van Zakariah en Iesa, de zoon
van Maryam, vrede zij met hen. Hij begroette hen waarna zij hem hebben
geantwoord, verwelkomd en zijn gezantschap erkend.
Daarna steeg de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, naar de
derde hemel. Daar ontmoette hij Yoesoef, vrede zij met hem. Hij was een
beeldschone jongeman. De profeet en hij begroetten elkaar waarna hij de
profeet verwelkomde en zijn gezantschap erkende.
Vervolgens steeg de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, naar de
vierde hemel waar hij Idries ontmoette, vrede zij met hem. De profeet
begroette ook hem waarna deze teruggroette, de profeet verwelkomde en
zijn gezantschap erkende.
In de vijfde hemel ontmoette hij Haroen Ibn Imraan, vrede zij met hem,
en in de zesde hemel ontmoette hij Moesa Ibn Imraan, vrede zij met hem.

Toen de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, Moesa passeerde
heeft hij gehuild. Er werd aan hem gevraagd: ,,Waarom huil je?" Hij
antwoordde: ,,Ik huil om een jongeman die later dan mij is gezonden,
waardoor meermensen van zijn volk het paradijs binnenkomen dan er van
mijn volk binnen komen".
Hierna steeg de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, naar de
zevende hemel waar hij Ibrahim, vrede zij met hem, ontmoette en hem
begroette. Ibrahiem, vrede zij met hem, leunde met zijn rug tegen de
"albayt alma'moer", een huis dat dagelijks door zeventig duizend engelen
wordt bezocht die daarvan nooit meer terugkeren.
Na zijn bezoek aan de hemelen is de profeet, Allah's zegen en vrede zij
met hem, gestegen naar "sidratil-muntaha" d.w.z. "de lotusboom van de
eindbestemming"; een boom waarvan de bladeren op de oren van olifanten
lijken en de vruchten op kannen. Deze boom werd plotseling bedekt met
een gouden laag. Allah, de Verhevene, verhulde de boom zodat geen mens
meer de schoonheid ervan zou kunnen beschrijven.

Hierna is de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, gestegen naar
Allah, de Verhevene en kwam dichtbij Hem. Op een gegeven moment stond
hij op twee booglengten afstand of nog dichterbij. Allah gaf zijn
dienaar de volgende openbaring; hierin werd de profeet, Allah's zegen en
vrede zij met hem, en zijn volk het gebod opgelegd om vijftig gebeden
per dag en nacht uit te voeren.

De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, keerde daarop terug en
kwam onderweg langs Moesa, die hem vroeg: ,,Wat heeft jouw Heer
opgedragen?". Hij antwoordde: ,,Vijftig gebeden". Moesa zei: ,,Je volk
kan dit niet aan, ga terug naar je Heer en vraag Hem om vermindering. De
profeet draaide om naar Jibriel en kreeg van hem een teken dat hij het
wel kon doen als hij het wilde. Toen de profeet, Allah's zegen en vrede
zij met hem, was teruggekeerd, kreeg hij een vermindering van tien
gebeden waarna hij weer langs Moesa kwam die hem adviseerde om nogmaals
om vermindering te vragen. Zodoende bleef hij heen en weer gaan tussen
Allah, de Verhevene, en Moesa totdat het aantal slechts vijf gebeden was
geworden. Daarna verwees Moesa hem weer om vermindering te vragen en
Moesa, vrede zij met hem, voegde eraan: ,,Bij Allah, ik heb de mensen
van Israël minder dan dit gevraagd, toch zijn zij verzwakt en hebben het nagelaten". De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, zei: ,,Ik
durf uit verlegenheid mijn Heer het niet nog een keer te vragen. Ik geef
hieraan toe en ik ben zo tevreden". Toen de profeet, Allah's zegen en
vrede zij met hem, op een verre afstand was werd er geroepen: ,,Ik heb
mijn verplichting opgelegd en heb haar verlicht voor mijn dienaren. Het
is vijf maar in feite vijftig. Mijn uitspraak is niet aan verdere
veranderingen onderhevig".
De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, keerde na deze nacht
terug naar het gewijde Mekka, alwaar hij de volgende ochtend zijn
verhaal aan de mensen van Quraish deed. Hij stelde hen op de hoogte van
wat Allah, de Verhevene, hem had laten zien van Zijn wonderlijke
tekenen. Zij scholden hem voor leugenaar uit en begonnen hem weer lastig
te vallen. Sommigen begonnen met spot in hun handen te klappen. Anderen
zetten hun armen boven hun hoofd. Iemand vertrok naar Abu Bakr en
vertelde hem het verhaal van de profeet. Abu Bakr zei: ,,Als hij dat
heeft verteld, dan heeft hij ook de waarheid verteld". De mensen vroegen
toen: ,,Geloof jij hem hierin?". Hij antwoordde: ,,Ik geloof hem in meer
dan alleen dit. Ik geloof hem in alle berichten die van de hemel heen en
weer gaan". Vandaar dat hij "as-siddieq" d.w.z. "de vertrouweling" werd
genoemd.
De ongelovigen wilden de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem,
toetsen en vroegen hem de Alaqsa-moskee te beschrijven. Hij had deze
moskee immers niet eerder gezien. Allah, de Verhevene, maakte de moskee
voor hem zichtbaar,waarna hij alle hoeken en deuren van de moskee aan
hen kon beschrijven. Zij konden hem niet tegenspreken en zeiden: ,,Hij
heeft een juiste omschrijving gegeven". Zij vroegen hem naar een
karavaan van hen die vanuit het shaam gebied onderweg was. Hij
informeerde hen over het aantal kamelen en de omstandigheden waarin deze
karavaan zich bevond. Ook wist hij te vertellen wanneer deze zou
aankomen en welke kameel voor de karavaan zou lopen. Het vond allemaal
precies plaats zoals hij had gezegd. Zij hielden echter vast aan hun
ongelovigheid.
De volgende ochtend na de isra'e-nacht kwam Jibriel en leerde de
profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, de wijze waarop de vijf
gebeden verricht werden en de tijdstippen ervoor. Daarvoor was het gebed
altijd twee "rak'ah" geweest, tweemaal in de ochtend en tweemaal 's
avonds.

k0l8yn8v

Make a free website with doomby - Signaler un contenu illicite sur ce site